
Hier is een tuin schoorvoetend
tot aan de ingang van het huis gegaan
dan heeft het huis hoffelijk groetend
zijn deuren wijd opengedaan
maar de tuin, zoals het een tuin past
bleef aan de ingang buiten staan
als de enig vertrouwde gast
die nooit het huis binnengaat
alleen maar met de gevel praat
van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat
zoals alleen een huis zijn tuin verstaat.
(Piet Bekaert)